Binnen de Brielse raad ontstaat twijfel over de houten toren die moet komen op de plek waar op 1 april 1572 de Watergeuzen binnenvielen. D66-raadslid Ingrid Dudink denkt dat de gevonden restanten van de Noordpoort ‘zichzelf verkopen’.
Janet van Klink 27-11-20, 14:00
Archeologen doen momenteel onderzoek naar de overblijfselen van de Noordpoort en stadsmuur. De opgravingen op het huidige bastion IX trekken flink wat bekijks. Het onderzoek gebeurt in opdracht van het gemeenbestuur, dat op die plek een inmiddels veelbesproken houten toren wil plaatsen. Dudink betwijfelt na de recente vondsten het nut van dit bouwwerk. Ze vraagt zich af het niet veel mooier en simpeler is om de vondsten op een mooie manier te conserveren en te laten zien. ,,Er zijn veel meer resten gevonden dan we dachten. Zulke resten verkopen zichzelf. Is het nog nodig om hier een groot monument neer te zetten?’’
Aanpassingen
Wethouder André Schoon (VVD) gaat niet inhoudelijk op Dudinks vraag in. Hij is in afwachting van de resultaten van de archeologische onderzoeken. Schoon verwacht het rapport half december en gaat hierover nog in gesprek met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Ook PvdA-raadslid Ben van Stijn wacht het rapport af. Daarin kunnen volgens hem zaken aan het licht komen ‘die een ander besluit rechtvaardigen’. ,,Daaruit kan nog blijken dat er aanpassingen nodig zijn.’’
Ook de groep felle tegenstanders van het 1 aprilmonument ziet het louter conserveren en tentoonstellen van de restanten wel zitten. Björn Middel van de stichting Noordpoort weet van de enthousiaste reacties op de opgravingen. Hij wijst erop dat opgravingen in een land als Griekenland een toeristische trekpleister op zichzelf zijn. ,,Hoe jammer is het dat de opgravingen hier niet permanent zichtbaar blijven?’’, verwoordt hij de reacties van Briellenaren.
Bron: AD